namo sanoo mitra se varuna sanoo bahvtvayyyarayma | sanindro brashpatie sanoo vishnururukarma | namo brahmane namsate yaho tavmev partkeshe brahmasi | tavamev partkeshe brahma vadishami rite vadishami satya vadishami tanmamytu tadtkarmyatu avtu mamvatu waqtaramm | Aum shantisshantisshanti: | |
Betekenis: Het woord AUM is de meest verheven naam van God. Het is samengesteld uit de letters A, U en M en geeft de veel namen van de Almachtige (Allerhoogste) weer. Met deze naam worden veel namen weergegeven. De letter A staat voor Virat. Agni en ViSva, enzovoort. De letter U voor hiranyagarbha, Vayu en Taijasa, enzovoort. De letter M voor Isvara, Aditya en Prajna, enzovoort. De Veda’s en andere ware geschriften verklaren duidelijk dat deze woorden volgens de context in overeenstemming zijn met de namen van de Almachtige (het Opperwezen). |
Vraag: Waarom zijn de woorden Virat enzovoort, geen namen van andere dingen dan het Opperwezen? Betekenen zij ook niet het heelal, de elementen zoals aarde enzovoort, de mensen, de geleerden, en in de medische wetenschap de medicijnen zoaIs droge gember? Antwoord: Zeker hebben zij aI die betekenissen. Maar zij betekenen ook het Opperste Zelf (God). |
Vraag: Verstaat U onder die namen aileen de natuurkraachten (deva) of niet? Antwoord: Welk bewijs heeft U voor Uw interpretatie? Vraag: De deva’s zijn het meest bekend en het meest verheven, daarom neem ik aan dat deze woorden aileen namen van deva’s aangeven. Antwoord: Is de Allerhoogste niet welbekend? Is er iets verhevener dan Hij? Waarom geeft U niet toe dat deze namen ook de Allerhoogste aangeven? Als de Allerhoogste niet onbekend is en niemand zijn gelijke is, hoe kan dan iemand verhevener zijn dan Hij? Uw bewering is daarom niet juist en bevat ook vrij veel fouten. Immers, upasthite parotayjyanuupathite yachat eti baditnyayaa: of “het is strijdig met de logics om bet bestaande ter wille van het niet-bestaande te verwerpen. |
Stelt U zich bijvoorbeeld voor dat iemand een ander persoon voedsel brengt en hem vraagt om dat op te eten, en dat de ander het afslaat om vervolgens te lopen zoeken naar voedsel, dat niet te verkrijgen is. Niemand zaJ deze persoon als een wijs mens beschouwen. Hetzelfde kan gezegd worden van Uw bewering. U verwerpt de bestaande betekenissen van namen als Virat, enzovoort namelijk de bekende en bewezen ‘Allerhoogste’ en ‘Heelal’ enzovoort, en tracht onder die namen de onmogelijke en niet-bestaande verheven krachten enzovoort te verstaan. Hiervoor bestaat geen enkel bewijs of argument. Het is altijd het verband, dat de betekenis van de woorden aanduidt Laten wij bijvoorbeeld het Sanskrita woord saindhava nemen. [10] ‘he bratyae ! tave sedhavmanye’ Dat wil zeggen: “O knecht! Wil je saindhava voor me brengen?” |
Het woord saindhava heeft twee betekenissen, namelijk ‘zout’ en ‘paard.’ Indien een man zijn knecht vraagt om saindhava te brengen, moet de betekenis van het woord bepaald worden door de gelegenheid wambij het gebruikt wordt. Indien de meester aan tafel zit, betekent het woord zeker ‘zout.’ Maar als hij op het punt staat uit te gaan, zou het ‘paard’ betekenen. In geval de knecht het paard in de eetzaal brengt of zout wanneer de meester uitgaat, is het duidelijk dwaasheid zijnerzijds en zal de meester terecht boos worden en hem ontslaan. Ons standpunt is daarom dat een woord verschillende betekenissen kan hebben, maar dat slechts die betekenis er aan gegeven moet worden welke het verband aangeeft. |
Nu zullen wij enkele mantra’s voorhouden. 1. Aum khambrha I Yajurveda 40,17 U ziet dat in deze context in de Veda’s AUM enzovoort de namen van de AIlerhoogste zijn. 2. omityehtadcharmudhegeethmupaashit | Chandogya Upanisad 3. omityehtadcharmidamm sarvam tashopyehakhanamm | Mandukya 4. Saryve veda yatpadmamaninnit tpahsi sarvani ce yadvdanti | yadichchantho brahmacharyarayamm charnti tatthe pade sangrhan barvimeyohmiteyetatee || Katha Upanisad 5. parshasitaar sarveshamadiyasamadodiohrapi | rukhemabhe swapandhigmeyae vidhnatte purshe paramm | eatmegrni vdnteyehke manumannyeh parjayapatimm || indremeke pare parnmpare brhma shasvatamm | Manusmriti 12. 122. 123 7. s brhama s vishnu: s rudrsas shivsesohcharses param: savrate | m indrses kaaleginses chandrma : || Kaivalya Upanisad 8. indre mitra varunamagnimahuratho diyha: s supadro grurtmaann | |
ek sadd vipra bahudha vidhenteygayni yaam maatrishvaanmahu: || Rigveda 1.164.46 |
9. bhurshi bhumirasyaditirasi vishwdayha vishwasy bhuvansya dhytri | parithivi rach parithivi drhye pritihivi ma hi si: || Yajurveda 13.18 |
indro manha rodshi pparthchv indro : suryamrochyate | indre h vishwa yemir indre svanaas indraw: || Samaveda uttara 7.3.8.2 |
11. prnaya namo rasya sarvmide vase | yo bhut: sharvshaeshavro yashimntasvarmm partishthamm || Atharvaveda 11.4.1 |
Betekenis: De reden waarom de voorgaande passages zijn genoemd, is aan te tonen dat in zulke teksten met namen als AUM en andere namen het Hoogste Zelf (God) aangeduid wordt Zo is geen enkele [11] naam van God zonder betekenis, zoals namen als ‘Arme’ (daridri) en ‘Rijkaard’ (dhanapati) in de wereld wel zijn. Dat bewijst dat de namen van God soms Zijn attributen, soms Zijn handelingen en soms Zijn natuur aanduiden. |
AUM en de andere namen van God zijn betekenisvol. Bijvoorbeeld: 1. (aum kham … ) “”avthityohmm, aakashmio yapaktyat khamm, sarvbhao brhatyhade brahma” God wordt AUM genoemd omdat Hij/ZijlHet beschermt, Kbam omdat Hij doordringend als ether is, en Brahma omdat Hij lZij/Het aimachtig is . |
2. (aumitye … ) AIleen Hij, wiens naam AUM is en nooit vcrgaat, dient aanbeden te worden en niemand anders. 3. (aumityeta … ) In al de Veda’s en andere geschriften is de voornaamste en eigen naam van God, AUM. Alle andere namen zijn secundair. 4. (sarve veda … ) AUM is de naam van het Opperwezen dat alle Veda’s beschrijven en vererenswaardig noemen, en waartoe volledige overgave en plichtsbetrachting leiden en voor de gewaarwording waarvan een leven van zelfbeheersing en kuisheid (brahmacarya) nagestreefd wordt. |
5. (prasasita…) Kent Hem als het Opperwezen (parama purusa) die de leermeester van allen is, kleiner dan het kleinste element, zelfverlichtend en slechts in diepe trance waarneembaar. 6. (etamagnim) Als degene die zichzelf verlicht, heet de AIlerhoogste Agni; als de belichaming van ware kennis heet Hij Manu; als de beschermer van allen heet Hij Prajlipati; als de oppermachtige heet Hij Indra; als de bron van ieders leven heet Hij Prana en als degene die constant alom aanwezig is, heet Hij Brahma. |
7. (sa brahma sa visnuh … ) Als de schepper van het heelal heet Hij Brahma, als de alom aanwezige Visnuh, als degene die zondaren doet wenen door hen te straffen heet Hij Rudrah, als de zegenrijke en weldoener van allen Sivah. ye: sarvamsnute ne charti ne vinshayti tadchram || 1 || ye: syam rajte s savrat || 2 || yobniriv kaal: kaliyta parlykarta s kaalginishvar: || 3 || De naam van God is Aksara omdat Hij alles doordringt en onvergankelijk is; Svarat, omdat Hij zelfverlichtend is en Kalagni omdat Hij bij het vergaan van de wereld de vemietiger van aIlen en zelfs van de tijd is. Daarom is de naam van God Kalagni. |
8. (indram mitram… ) De Ene die san niemand ondergeschikt is, het ware Opperwezen, heeft aIleen de venchillende namen zoals Indra, enzovoort. dhushu shuksmeshu pardhateju bhavo diya: shobanni parnani palnani purnani karmadi va rasye se: suparad: || yoh gurvatham, yoh vahuriv balwane s matrishaw | Het Opperzelf heeft de namen Divya, omdat het goddelijke substanties als prakriti doondringt; Suparna omdat het een voortreffelijke bescherming geeft en volmaakte werken verricht, Garutman omdat zijn ziel, dat wil zeggen zijn aard groat is; Matarisva omdat het oneindig machtig als de wind is. Daarom zijn er van Paramatma de namen Divya, Suparma, Garutman en Matarisva. Andere namen zullen later uitgelegd worden. |
9. (bhumirasi … ) bhvanti bhutani rasya sa bhumi: | De Heer heet Bhumi omdat Hij de woonplaats van aIle existerende levende wezens is. De overige namen zullen later verklaard worden. 10. (indro mahna….) Deze mantra werd aangehaald, omdat Indra hier de naam van God alleen is. 11. (pranaya … ) Zoals Prana of levenskracht aIle lichamen en zintuigen beheerst, wordt de gehele wereld door de Allerhoogste beheerst. Daarom heet God Prana. |
Wanneer men de juiste betekenissen van de bovenstaande bewijzen kent, begrijpt men dat deze namen aIleen de Allerhoogste aanduiden. Met de namen AUM en Agni wordt inderdaad alleen de Allerhoogste aangeduid. Zoals door de verklaringen van de grammatica, de etymologie, de brahmana’s, de Sutra’s enzovoort, de zieners en de wijzen de Allerhoogste kenbaar wordt, zo behoort iedereen dit te doen. AUM is alleen de naam van de Hoogste Ziel zelf, terwijl voor de kennis van de AIlerhoogste door middel van namen als Agni de context en de kawaIificerende attributen bepalend zijn. Met andere woorden: deze namen wijzen op God in lofprijzingen, gebeden en verering of waar tennen gebezigd zijn als alomtegenwoordig, alomvattend, heilig, eeuwig en schepper. |
tato viradjyat virajo adi pursh: || 11 trotradarvuhsach pranch mukhadginrayjayat || 12 ten devaa ayejayant | 12 paschad bhumimtho pur: | 14 tasmadhva atsmadatman aakas: sambhut: | aakashadhuvayu: | vahoragni: | agnerap: | adbhye: partihvi | parthivya oshdye: | oshdibhaonanm | anandretra: | retas: purush: | s va ais purushonnrasmay: | 15 |
In passages als deze, zijn virat; purusa, deva, akasa, vayu, agni, jala, bhumi enzovoort de namen van materiele dingen, omdat waar schepping, onderhoud, ontbinding, onwetenden, onbewuste, zichtbare fenomenen enzovoort als kwaIificerende tennen worden genoemd, die termen God niet aanduiden. Hij/Zij/Het staat buiten handelingen als de schepping en in de bovengenoemde mantra’s is er sprake van handelingen als schepping. Daarom zijn hier virat enzovoort niet de namen van de Hoogste Ziel (God), maar van materiele dingen. Waar als kwaIificerende ternen Alwetend enzovoort voorkomen, betekenen zij God en waar de kwaIificerende termen verlangen, afkeer, inspanning, vreugde, verdriet, onwetende enzovoort, worden gebruikt, wordt de ziel bedoeld. Dat geldt in alle gevallen. Daar God in geen geval gehoren kan worden of kan sterven, kunnen namen als virat en de |
kwalificerende termen als geboorte alleen staan voor onbezielde en bezielde substanties van de wereld, maar niet voor de Hoogste Ziel. Nu wordt in het navolgende aangegeven hoe de namen viratenzovoort voor God bedoeld kunnen zijn. Dit is de betekenis van OMKAR. (=Onkar): (rajr diptau) Uit deze wortel, met bet prefix vi en het achtervoegsel kvip, is bet woord virat afgeleid, yoh vihvidh naam cahranchar jagdrajyanti parkashyati s virat I Hierom duidt Virat de AIlerhoogste aan als degene die de veelvormige wereld verlicht. |
(ancu gatipujanayoh) Het woord agni is afgeleid van de wortels aga, agi, in, die ‘bewegen’ betekenen – gatyestrotra: gyane gaman parptischeti, pujan naam satkaar: I Hierom is agni de van de allerhoogste als degene die kennis belichaamt, alwetend is, waardig is om gekend, bereikt en vereerd te worden. (visa pravesane) Het woord visva is afgeleid van deze wortel – vishanti parvishtani bhavnti sarvkyanasidhani bhutani yashmin yo yakasaadhisu sarveshu bhuteshu parvisht: m vishva isvar: I Hierom is Visva de naam van de Allerhoogste als degene in wie zich alle elementen als de ether bevinden of die deze doordringt en binnengaat. Deze en andere namen staan in verband met de letter’ A’ van bet woord AUM. |
joytive hrinam, (Satapatha Brahmana 6.7.1.2.) en tejo ve hrinam, (Aitareya Brahmana 7.12), hiryani suryadini tejasi garbhe rashy va yoh hirdayana suryadina tejsa garb uthpatinimitmadhikard s hirnaygarb: I Hierom is Hiranyagarbha de naam van de AIlerhoogste als degene die de bron en de steun is van licbtgevende lichamen als de zon. Het bewijs hiervoor is de volgende mantra van de Yajurveda: hirnaygarb: samvarttarge bhutsye jaat: patirek aasit | s dadhaar parthivi dhamutema kasme devay havisha vidhem | In deze en andere contexten wordt met hiranyagarbba de Allerhoogste aangeduid. |
(va gatigandhanyoh) Uit deze wortel is het woord Vayu afgeleid. (gandhanam hinsanam) yoh vati charncharjagdhyarati sehrati va balina balisht: s vayu:| Hij/Zij/Het is de basis van de bezielde en onbezielde wereld, bet leven en de beeindiging, sterker dan de sterken, en daarom is de naam van God ook Vayu. (tija nisane) Het woord tejah is afgeleid van de wortel tija en bet woord taijas is een afleiding van tejas. y: syamparkash: suryaditejesvilokanach parakshk: m tejas: I God wordt taijas genoemd, omdat Hij zelfverlichtend is en licht geeft aan de zon en andere lichtgevende lichamen. Deze en andere namen staan in verband met de letter U van het woord AUM. |
(Isa aisvarye) Omdat isvara is afgeleid van de wortel isa ye isthe sarveravan vartte s ishwar: is Isvara de naam van de Hoogste Ziel als degene die over waarheid, gedachte, een goed karakter, kennis en oneindige macht beschikt. (do avakhandane) Het woord aditi is afgeleid van deze wortel met bet partikel natre en het woord aditya is een afleiding van aditi. n vidhte ditivinasho rasye somyditi:, aditirev aadtiye: God wordt Aditya genoemd, omdat Hij /Zij/Het nooit vergaat. (jna avabodbhane) Het woord prajna is met het voorvoegsel pra- afgeleid van de stam jna en prajna is een afleiding van prajna. ye: parkshthye cracrashe jagto |
vehvaar janaati s prag:, prag ayam praag: I Hierom is Prajnah de naam van God als degene die met een onfeilbaar inzicht de aangelegenheden van de hele bezielde en onbezielde wereld kent. Deze en andere namen staan in verband met de letter M van het woord AUM, waaruit de betekenis van alle overige namen afgeleid kan worden. In de mantra sanno mitrah sam varunah duiden de namen Mitra enzovoort ook de Allerhoogste aan, daar lofprijzing, gebed en verering alleen voor de Allerhoogste bestemd zijn. Men noemt Hem/Haar immers de Allerhoogste die in zijo/haar eigenschappen, daden, karakter en waarachtige handelingen uitblinkt Van aI die verhevene. figuren noemt men de Allerhoogste de meest verhevene. Er heeft nooit iemand bestaan, bestaat nu niet en zal ook nooit bestaan, die Zijn/Haar gelijke is. Daar Hij geen gelijke heeft, kan er ook geen grotere dan Hem bestaan. |
Geen enkel onbezield ding of geen enkele ziel bezit deugden als waarheid, rechtvaardigheid, mededogen, aImacht en aIwetendheid in dezelfde onbegrensde mate als de Allerhoogste. Van wat waarlijk is, zijn ook de eigensehappen, daden en natuur waarlijk. Daarom betaamt het de mensen God alleen en niemand anders te loven, tot Hem/Haar te bidden en Hem te vereren. Ook grootheden als Brahma, Visnu, Mahadeva en onedele personen als de daitya en de danava aIsmede gewone mensen hadden uitsluitend vertrouwen in God en loofden Hem alleen, baden tot Hem alleen en vereerden Hem alleen en niemand anders. Zo zouden wij allen ook nu moeten handelen. Dit onderwerp zal in detail behandeld worden in het hoofdstuk over aanbidding en verlossing. [14] Vraag: Moet men onder namen als Mitra ‘vriend’ verstaan en naar de welbekende handelingen van deva’s als Indra kijken en hen daarom accepteren? |
Antwoord: Zij zijn hier niet waard te worden geaccepteerd. Iemand kan de vriend van een bepaald persoon zijn, de vijand van een ander en geheel onverschillig staan tegenover een derde. Daarom kan het woord Mitra niet in zijn grondbetekenis van ‘vriend’ worden aangenomen. Maar God is ongetwijfeld de vriend van de gehele wereld en tegenover niemand is Hij vijandig of onverschillig. Geen enkel levend wezen kan zich zodanig gedragen. Daarom moet hier de Allerhoogste worden aangenomen. Natuurlijk, in een tweede betekenis kan Mitra enzovoort als ‘gezel’ enzovoort worden verstaan. (inmida snehane) Het woord mitra is met het achtervoegsel -ktra afgeleid van deze slam, medhati snihhati sinhate va s mitra: | Mitra is de naam van God, omdat Hij elkeen lief heeft en de liefde van elkeen waardis. |
(vrinvarane, vara ipsayam.) Het woord varuna is met het achtervoegsel -unan afgeleid uit deze stammen. ye: sarvan shisthan mumuchundmartmano varnotyethva ye: shistemurmuchubidharmatambhivriyate varyte va s varune: parmeshvar: | Hierom is Varuna de naam van God als degene die respectabele, zelfbeheerste en geleerde personen (yogi’s), verlossingzoekers, verlosten en vrome personen accepteert, en die door hen geaccepteerd wordt Of varuno naam var: sehresth: |Varuna is de naam van de Allerhoogste als degene die de meest verheven is. |
(r gatiprapanayoh) Het woord arya is met het achtervoegsel -yat van deze stam afgeleid, en door – man toe te voegen ontstsat aryyama. yohyarman shavmino nayadhishaan mimite manyaan karoti sorayaam | Hierom is Aryama de naam van de Allerhoogste als degene die eerbied waardig is voor de waarachtige rechtvaardigen, en die naar behoren de ware regels opstelt voor de toe wijzing van straf en beloning aan respectieveIijk de zondaars en de deugdzamen. |
(idi paramaisvarye) Het woord indra is met het achtervoegsel -ran afgeleid van de slam idi. yeh indhtyi parmesvryan bhavti s indra: parmeshvar: I Hierom is Indra de naam van de Hoogste Ziel aIs degene die almachtig is. (pa raksane) Brihaspati is een samensteIIing van de woorden brihat en pati, met het voorvoegsel dati en Sudagam en weglating van de ta en met het achtervoegsel dati. brhtmaaakasdina pati: swami palyita s brashpati: I God wordt Brihaspati genoemd, omdat Hij de grootste onder de groten en de God van het universum is. |
(visIr vyaptau) Het woord Visnu is met het achtervoegsel -nu afgeleid van deze stam. veveshit yapnoti cranchar jagat s vishnu: I God wordt Visnu genoemd, omdat Hij zowel door de beweegIijke aIs door de onbeweegIijke wereld dringt. urhmhan karm prakarmo rashye s urkarm; God wordt Urukrama genoemd, omdat Hij onbeperkte energie bezit Moge de Hoogste Ziel, die urukrama, de bezitter van oneindige energie en mitra, de vriend van allen en de vijand van geen cokel schepsel is, (Sam) de gever van zegen Zijn. Moge (varuna), de meest verhevene (sam), de verpersoonlijking van zegen zijn. Moge (aryana), de God van de gerechtigheid (Sam), de zegenrijke zijn. Moge (indra), de almachtige (sam), de gever van aile macht ziju. Moge (brihaspatih), de God van allen (sam), de gever van kennis zijn. |
Moge (visnuh), de doordringer van aIles (bhavatul), de gever van alle zegeningen zijn voor ons (nah). (yaho te brahmne namsto) Het woord brahma stamt uit briha, brihi en vriddhau. Wij buigen voor God, Brahma die boven allen staat, groter dan iedereen is en die de van een onbeperkte kracht voorziene Hoogste Ziel is. O Allerboogste, (tavmev parteksh brahmashi) U is het Brahma dat [15] zich aIs de beheerser van ons innerlijk ‘manifesteert’. (tavamev partksh brahma vadishami) Ik zal U de ‘manifeste’ Brabma noemen, omdat U de hele wereld doordringt en altijd voor iedereen bereikbaar is. (rit vadishami) Ik zal Uw waarachtige bevel zoals dat in de Veda staat, aan iedereen prediken en ik zal het ook zelf in acht nemen. |
(satya vadishami) Ik zal de waarheid spreken, de waarheid aannemen en waarachtig zijn in handel en wandel. (tanmamvatu) Moge U mij daarom beschermen. (tadktarmavtu) Moge U mij aIs spreker van de waarheid beschermen, zodat mijn intellect steeds U ten dienste zij en niet tegen U in opstand kame. Daar al hetgeen Uw order is, (dharma) deugd is en het tegenovergestelde (adharma) ondeugd is. (avtu) De herhaling van de tekst dient aIs nadruk. (kaschit kachit parti vadit tya grame gach gach) Zoals iemand in de gewone spreektaal tegen een andere zegt ‘ga naar het drop’, ga’, door de herhaling van het woord ‘ga’ wil hij dan zeggen: ‘Ga direct.’ Precies zo is het hier: aIs U mij beschermt, dat wi! zeggen als U mij de genade verleent dat ik vastberaden in de dharma en afkerig van de adharma |
ben, dan zal ik dat als een grote weldaad van U beschouwen. (aum shanti: shanti: shanti:) Het woord vrede (santih) wordt drie keren herhaald, omdat de wereld drievoudig pijn Iijdt. 1. adhyatmika, pijn van het Iichaam en de ziel zoals gemis van ware kennis, hartstocht, haat, dwaasheid, Iichaamspijnen en ziekten (zoals koorts, eten enzovoort). 2. adhibhautika, pijn afkomstig van vijanden, tijgeers, slangen enzovoort. |
3. adhidaivika, pijnen ontstaan door oorzaken als overtollige regen, droogte, overmatige koude en hitte (natuurrampen), en onvrede van de geest en de zintuigen. Moge U ons afhouden van deze drievoudige pijnen en ons altijd tot weldadige werken aanzetten. U bent immers de verpersoonlijking van het goede, U doet de hele wereld goed en U zegent de godsvruchtigen en diegenen die verlossiog zoeken. Moge U daarom vol mededogen in de harten van aile levende wezens schijnen, zodat zij aIlemaal de dharma (deugd) in acht nemen, de adharma (ondeugd) opgeven, de hoogste zegen ontvangen en gevrijwaard worden van leed. suryyaaatma jagatsatsahtushschu I |
Dit is een tekst uit de Yajurveda (Vll.42) waar het woord surya de naam van God is, daar Hij de kern is van het heelal, dat bestaat uit de wereld van levende en beweeglijke wezens alsook uit levenloze en onbeweeglijke materie zoals aarde, en omdat Hij zelfverlichtend is en Iicht geeft aan aIles. (afa satatyagamane) Uit deze wortel is het woord atma afgeleid. yohtiti yapnito s aatma die aile zielen enzovoort in de wereld voortdurend doordringt. parschasavatma c ye aatmabaho jivebheye: shucmebhey: |
parmotisukshm: s parmatma | Paramatma is de naam van God, omdat Hij superieur is aan alle zielen enzovoort, nog subtieler is dan de ziel, de natuur en de ether, en het Zelf is dat aile zielen reguleert. lsvara is de naam van de bezitter van de macht. ye iswareshu smartheshu param: sresth: s parmesvar: | Hij die machtiger is dan de heersers, dat wil zeggen dan de machtigen, en aan wie niemand gelijk is, wordt Paramesvara genoemd. |
(sun abhisave sun pranigarbhavimocane) Uit deze wortel is het woord savita afgeleid. abhishav pranigarbvimochan chotpadnam | yashcrachar jgat sunoti sute votpadyti s savita parmeshvar: | De Paramesvara wordt Savita genoemd, omdat Hij het heelal heeft geschapen. (divu kridavijigisavyavaharadyutistutimodamada svapnakantigatisu) Het woord deva stamt van deze wor- 16] tel en wordt in de volgende betekenissen gebruikt: krida, die de zuivere wereld doet spelen; vijigisa die de overwinning voor de rechtvaardigen wenst; vyavahara, die aan iedereen aile middelen voor activiteit geeft; |
dyuti, die zichzelf verlichtend iedereen verlicht; stuti, die prijzenswaardig is; moda, die de verpersoonlijking van geluk is en geluk schenkt san anderen; mada., die de dwazen straft; svapna, die voor ieders rust de nacht schept en de wereld beeindigt; kanti, die begerenswaardig is; en gali, die de verpersoonlijking van kennis is. Om die redenen wordt de Paramesvara Deva genoemd Of, yoh diyyati kirdyati s dev:; die zich uit vreugde over zijn eigen aard zelf vermaakt of, terwijl hij zich vermaakt, zonder iemands hulp de hele wereld schept, of de basis van elk vermaak is. yoh vijgishte s dev; die |
/wie niemand kan overwinnen. yoh vehvarrati s dev:, die alle rechtmatige en onrechtmatige handelingen kent en dienovereenkomstig instructies geeft. yashcrancar jagat dohtyati s dev;, die bewegende en statische alle werelden verlicht. ye: satuyte s dev:, die prijzenswaardig is door allen en niet te veroordelen is. yoh modte modyati s dev:, die zelf een verpersoonlijking is van geluk, geluk schenkt aan anderen en niet het minste verdriet heeft.” yoh madti madyti s dev:, die altijd gelukkig is en zonder pijn, en anderen gelukkig maakt en behoedt voor leed. yeh syapyati s dev:, die bij de beeindiging alle zielen zaI doen rusten in hun oorspronkelijke staat. |
yeh: kaamyte kamyte va s dev;, van wie alle werken waarachtig zijn en naar wie alle rechtschapen wijzen streven om hem te bereiken.” yoh gachyti gamyte ya s dev:, die in alles aanwezig is en waardig is gekend te worden. Om aI die redenen is Deva de naam van God. (kubi acchadane) Uit deze wortel is het woord kubera afgeleid yeh: sarv kumbati savyaptachadyti s kubero jagdisvar: I Kuvera is de naam van God, omdat Hij alles bedekt door Zijn alomtegen woordigheid. |
(pfthu vistare) Uit deze wortel is het woord prithivl afgeleid. yeh parthithi sarv jagdivshtranati tasmat s parthivi | Prithivi is de naam van God, omdat Hij de gehele uitgestrekte wereld uitbreidt. (jala ghatane) Uit deze wortel is het woord jala afgeleid. jalti daytyati dusthan, shangyatyati avyaktparmadyadin tad barhma jalam I jala is de naam van de Paramatma, omdat Hij de boosdoeners straft en omdat Hij de elementaire elementen van de natuur en de atomen met elkaar verbindt en van elkaar scheidt. |
yajanyati sakal jgat lati dadati skal shukh tad barhma jlam | Of verder, de Paramatma wordt ook Jala genoemd omdat Hij iedereen schept en al het geluk geeft. (kasr diptau) Uit deze wortel is het woord akasa afgeleid. ye: sarvat: sarv jgat parkashyati s Aakas: | Akasa is de naam van de Paramatma omdat Hij de gehele wereld van alle kanten verlicht. (ada bhaksane) Uit deze wortel is het woord anna (hetgeen voedsel of graan betekent) afgeleid. adhyte ch buthani tasmadan taduchyte Taittiriya Upanisad2 ahmnanmahmnmnmahmanam | ahmanndohmanmndohamnanad: | Taittiriya Upanisad 20 atta chranchargharnaath || Vyasa, Sariraka Sutra 21 |
Omdat Hij/Zij/Het in staat is om aIles in zichzelf te bevatten en aIles tot zich te nemen, a!smede de gehele bewegende en statische wereld tot zicb neemt, wordt God Anna, Annllda en AU genoemd. Dit wordt driemaal voorgelezen om eer te bewijzen. [11] De gehele wereld bevindt zich in de Paramesvara zoaIs insecten in de vrucht van een vijgenboom ontstaan, daarin verblijven en vergaan. (vasa nivase) Uit deze wortel is het woord vasu afgeleid. vasanti bhutani yasminthva ye: sarveshu bhuteshu vasti s vashurisvar: | De Paramesvara wordt Vasu genoemd, omdat alle elementen zoaIs de ether in Hem aanwezig zijn en Hij zich in aIles bevindt. (rudir asruvimocane) Uit deze wortel, met de toevoegsels nic en rak, is het woord rudra afgeleid. |
yo rodhytyenayaykarni jnan s rudrh: | De Paramesvara wordt Rudra genoemd, omdat Hij de slechteriken doet wenen. Yanmansa dhyati tdychya vadti yadacha vadti tat karmda karoti yat karmda karoti tadbhismpadyte | Yajurveda Brahmana |
De mens zegt wat hij in zijn geest bedenkt. Hij doet wat hij zegt. Hij krijgt wat hij doet. Hieruit volgt dat de mens een beloning krijgt die overeeokomt met zijn daad. Wanneer boosdoeners volgens de regeling van God eeo beloning in de vorm van verdriet krijgen, dan wenen zij eo zo laat God hen wenen. Hierom wordt de Paramesvara genoemd Rudra. aapo nara eti prokta aapo ve narsunav: | ta yadshynaan purv ten naryana: samrat: || Manusmriti Water wordt ‘nara’ genoemd en de ziel en de mensen worden ook ‘nara’ genoemd. Omdat Hij de ayana, dat wil zeggen de verblijfplaats van het water (nara) is, wordt de Paramatma die in alle zielen woont Narayana genoemd. |
(cadi ahlade) Uit deze wortel is het woord candra afgeleid. yashchandit chandyati va s chandr: God wordt Candra genoemd, omdat Hij de verpersooolijking is van vreugde en vreugde schenkt aan anderen. (magi gatbyarthaka) Het woord mangala slamt uit magi- volgens de Sutra mangarlach | yo mangti manghyti va s mangal: | De Paramesvara wordt Mangala genoemd, omdat Hij zegen verpersoonlijkt en de oorzaak van zegen voor alle levende wezens is. (budha avagamane) Uit deze wortel is het woord budhs afgeleid. bhudyte bodhyati va s bhud: | De Paramesvara wordt Budha genoemd, daar Hij zelf kennis is en de bron van kennis voor alle zielen. |
De betekenis van het woord brihaspati is al eerder omschreven. (isucir putibhave) Uit deze wortel is het woord Sukra afgeleid. ye: suchyti sochyati va s sukar: I De naam van God is Sukra, daar Hij uitermate rein is en de ziel in gezelschap met Hem ook gereinigd wordt. (cara gatibhaksanayoh) uit deze wortel, met het onverbuigbare, ondergeschikte woord sanais, is het woord sanaiscara afgeleid. ye: shanecharti s sehneschar: I God wordt Sanaiscara genoemd, omdat Hij gemakkelijk te bereiken en standvastig is. (raha tyage) uit deze wortel is het woord rahu afgeleid. yoh rahit paryetyejati durshtan rahrati tyajrati va s rahurishyer: I De naam van God is Rahu omdat Hij enig in zijn vorm is, waarin niets anders verenigd is, Hij [18] |
verlaat de boosdoeners en is de verlosser van de overigen. (kita nivase rogapanayane ca) Uit deze wortel is het woord ketu afgeleid. yeh: ketyati niwasrati chiktsati va s keturishvar: I God wordt Ketu genoemd, daar Hij de woonplaats is van de gehele schepping, vrij van alle ziekten is en degenen die verlossing zoeken op het moment van de verlossing vrij maakt van aile ziekten. (yaja devapujasangattkaranadanesu) Uit deze wortel is het woord yajna afgeleid. yagho ve vishnu: | Brahmana yoh rajyti syojati vidhbrijyanti va s rag: I God wordt Yajna genoemd, omdat Hij al de dingen in deze wereld verenigt, voor alle geleerden vereringswaardig, |
d. w.z, vanaf Brahma vereerd wordt en zal worden door alle zieners en wijzen. Hij is alomtegenwoordig. (hu dana’danayoh, adane cetyake) Uit deze wortel is het woord hota afgeleid. yoh juhoit s hota | God wordt Hota genoemd, omdat Hij de zielen geeft wat voor hen geschikt is en in staat is om dat te nemen. (bandha bandhane) Uit deze wortel is het woord bandhu afgeleid. ye: savshiman crachar jagad badnaati bandhodruhmartmana shukye shyayo ya vartte s bandu: | God wordt Bandhu genoemd, omdat Hij de werelden verbonden houdt door wetten en als broeder helpt, zodat ieder van hen de wet van haar eigen omtrek niet lean overschrijden. Zoals een broeder zijn broeders helpt, draagt en beschermt de Paramesvara de planeten zoals de aarde, en schenkt Hij hen geluk. Hierom heet Hij Bandhu. |
(pa raksane) Uit deze wortel is het woord pita afgeleid. ye: paati sarvaan s pita I Zoals een vsder steeds vol mededogen is voor zijn nakomelingen en hun voorspoed wenst, wenst de Paramesvara, die de beschermer van iedereen is, de voorspoed van alle mensen. Hierom wordt God Pita genoemd. ye: pirtda pita s pitamah: I God wordt Pitamahah genoemd, omdat Hij de vader van de vaderen is. |
ye: pitamahnaa pita s parpitamah: I God wordt Prapitamhah genoemd, omdat Hij de vader van de aartsvsderen is. (ma mane man sabde ca) Uit deze wortel is het woord mata afgeleid. yoh mimete manyati sarvajajivan s mata I Zoals een moeder met volmaakt mededogen het geluk en de voorspoed vsn haar nakomelingen wenst, |
wenst ook de Paramesvara de voorspoed van alle mensen. Hierom wordt de Paramesvara Mata genoemd. (cara gatibhaksanayoh) Uit deze wortel, voorafgegaan door an, is het woord acarya afgeleid. ye aachar grhyanti sarva vidhya bodhyati s aacharya iswar: | De Paramesvara wordt Acarya genoemd, omdat Hij het waarachtige, goed gedrag leert begrijpen en als bron van de verkaijging van alle wetenschappen alle kennis. laat verkrijgen. |
(gri Sabde) Uit deze wortel is het woord guru afgeleid. yoh drhmyan shabdhan grydatyupadishyti s guru: I s aisa purvasamapi guru: kalenanvchedaat | Yogasastra sutra Omdat Hij de wet van de waarheid en alle van kennis voorziene Veda’s leert, in het begin van de schepping zelfs de leermeester van leermeesters als Agni, Vayu, Aditya, Angira en Brahma is en nooit vergaat, wordt de Paramesvara Guru genoemd. (aja gatiksepanayoh, jani pradurbhave) Uit deze wortels is het woord aja afgeleid. yohjati shirsti parti sarvaan parktyedin pardhthan parkshipatijanyati va, kdachinn jayte soj: I |
De God wordt Aja genoemd, omdat Hij aile bestanddelen van de natuur, elementen als de ether en de atomen op de juiste wijze verbindt, de zielen geboren laat worden door hen met het lichaam te verenigen en zelf nooit een geboorte aanneemt. (b{iJa bJhi vrddhau) Vit deze wortel is het woord brahma afgeleid . yohkhil jagaanimardne (brhti) vardhyati s brhama I De Paramesvara wordt Brahma genoemd, omdat Hij de hele wereld heeft geschapen en haar doet groeien. satya gyanmnant brhma Taittiriya upanisad (Brahma) |
santiti santsteshu satshu rat sadhu tatstyem I yjananati cranchar jgatgyanam | ne vidhyeteantovadimaryada rashye tadnantem I sarvbhayo brhteyad brahma | De dingen die bestaan, noemt men sat. Omdat de Paramesvara hiervan de beste is, wordt hij Satya genoemd. De Paramesvara wordt Jnana genoemd, Omdat Hij aIles kent. De Paramesvara wordt Ananta genoemd omdat Hij oneindig, onbegrensd en onbeperkt is, dat wil zeggen niet te meten is in termen van lang of breed, klein of groot. Omdat de Paramesvara het grootste is, wordt Hij Sat, jnana en Ananta genoemd. Omdat Paramesvara boven aIles is, wordt Hij ‘Brahma’ geheten. |
(dudari dane) Uit deze wortel, met het voorvoegsel an, is het woord adi afgeleid en anadi met het voorvoegsel nan. yehmaat purv nasit par chasit s aadirityuchyante | n vidhte aadi: kaaran rasye shonadirishvaar: I Adi is datgene dat niets voor zich heeft, maar iets daarna. God wordt Anadi genoemd, omdat Hij geen voorafgaande oorzaak heeft. (tunadi samrddhau) Uit deze wortel met het voorvoegsel an, is het woord ananda afgeleid. aanadnit sarv mukhta yashmin yda re: sarvajivanaanndyati s aanad: I |
God wordt Ananda genoemd, omdat Hij de verpersoonlijking van geluk is, omdat in Hem alle bevrijde zielen geluk verkrijgen en omdat Hij de vrome zielen gelukk:ig maakt. (ass bhuvi) Uit deze wortel is het woord sat afgeleid. yadhsit trishu kaleshu n badyte tatsad brahma I De Paramesvara wordt Sat genoemd, omdat Hij altijd aanwezig is en niet gebonden is san verleden, toekomst of heden. |
(citi sanjnane) Uit deze wortel is het wood cit afgeleid. raschetti chetyati syangyapti sarvan sajnaan yoginstchitpar brahma I De Paramesvara wordt Cit genoemd, omdat Hij als belichaming van het bewustzijn aile zielen bewust maakt en waarheid en niet-waarheid leert kennen. God wordt Saccidanandasvarupa genoemd vanwege de drie eigenschappen sat, cit en ananda. (ni se tyap) Uit deze wortel is het wooni nitya afgeleid. yoh dhurvohchaloviinashi s nitya: I God is met het wooni Nitya san te duiden omdat Hij onveranderlijk en onvergankelijk is. (sundha suddhau) Uit deze wortel is het woord suddha afgeleid. ye: sundhyti sarvaan shodyati va s shudh isvar: I God wordt Suddba genoemd, omdat Hij zelf, rein en vrij van alle onreinheden, iedereen reinigt. |
(budba avagamane) Uit deze wortel, met het suffix kta, is het woord buddbs afgeleid. yoh bhudhvan sedhv gyatsit s bhudo jagdisvar: I God wordt Buddha genoemd, omdat Hij altijd aIles weet. (muclr mocane) Uit deze wortel is het woord mukta afgeleid. yoh mujati mochyati va mumuchenu s mukhto jagdisvar: | God wordt Mukta genoemd, omdat Hij altijd vrij van onreinheden is en de zoekers van zaligheid bevrijdt van het lijden. aetaev nityeshudbhudhmukhtsavbhao jagdisvar: I Hierom is de aard van de Paramesvara altijd rein, wijs en vrij. (dukri karane) Uit deze wortel, met de voorvoegsels nir en an, is het woord nirakara afgeleid. nirgat aakratsye nirakaar: I De Paramesvara wordt Nirikara genoemd, omdat Hij geen vorm heeft noch ooit de vorm van een lichaam aanneemt. |
(anju vyaktimlaknakantigatisu) Uit deze wortel is het woord anjana afgeleid Met het voorvoegsel nir wordt het Niranjana. ajjan vaktimlekched kukamnabhirindre: praptischtesmagho nirgat: parthgbhut: s niranjjan:| God wordt Niranjana genoemd, omdat Hij vrij is van verschijning, dat wil zeggen uiterlijke vorm, slecht gedrag, zondige begeerten en het pad van de objecten van zintuigen zoals het oog. |
(gana sankhyane) Uit deze wortel is het woord gana afgeleid. Door het woord isa of pati er na te plaatsen, Wordt het respectievelijk ganesa of ganapati. ye parktyadho jda jivasach gadyante senkhyante te gda:, tesamis: swami pati: palko va ye: s gadesho gadpativra | God wordt Ganesa of Ganapati genoemd omdat Hij de heer of instandhouder is van het onbezielde als de natuur en alle principes die als zielen bekend zijn. (isa aisvarye) Uit deze wortel is het woord visvesvara afgeleid. yoh vishvmishthe s visheswar: | God wordt VisVesvarah genoemd, omdat Hij de wereld regeert. |
(stha gatinivrtyoh) Uit deze wortel wordt het woord kutastha afgeleid, met kuta als voorvoegsel. yeh: kutenekvidhvehvare savsavrupedav tishti s kuthest: parmeshwar: | God WOrdt Kutasthah genoemd, omdat Zijn aard niet verandert ofschoon Hij aile handelingen doordringt en daarvan de basis is. De betekenissen die van het woord deva zijn gegeven, zijn ook tuepasselijk op het woord devi (dat de vrouwelijke vorm is van deva). God heeft namen in alle drie geslachten, bijvoorbeeld brahma chitrishvarsecheti | Wanneer isvara gekwalificeerd wordt, dan is het deva. Wanneer cia gekwalificeerd wordt, dan is het devi. Hierom wordt God Devi genoemd. |
(sakir SaktaU) Uit deze wortel is het woord sakti afgeleid. ye: sarv jagat kartu sakhnoti s shakti: I God wordt Sakti genoemd, omdat Hij de macht heeft om de hele wereld te scheppen. (srin sevavayam) Uit deze wortel is het woord sri afgeleid. ye: shriyte seyvte jagts vidhbhiyohgibhic s shrishvar: | De Paramatms wordt Sri genoemd, omdat Hij in de hele wereld door geleerden en yogi’s gediend wordt. (laksa darsanankanayoh) Uit deze wortel is het woord laksmi afgeleid. yoh lakshyti parshytekte chinyati crachar jagdtva vederapteyogibhishich yoh lakshyte s lakshmi: sarvpriyeshvar I |
De Paramesvara wordt Laksmi genoemd, omdat Hij de gehele bewegende en bewegingloze wereld zichtbaar maakt en haar begiftigt met ooderscheidenlijke kemnerken zoals de lichamen met ogen, neus enzovoort; de bomen met bladeren, bloemen met vruchten en wortels; aarde en water met zwart, rood en witte kleuren, klei, steen, maan, zon eozovoort. [21] Daamaast ziet Hij alles, is Hij de schoooheid van alle schoooheid, is Hij het doel van, dat wil zeggen waardig om gezien te worden door de geschriften zoals de Veda’s, de vromen, geleerden en yogi’s. |
(sr gstau) Uit deze wortel, met de suffix matup en nip, is het woord saras afgeleid, en verder sarasvati. saro vividh gyan vidhte yesha chetto sa sarawati I God wordt Sarasvati genoemd, omdat Hij alle kennis bezit, dat wil zeggen de juiste kennis van diverse wetenschappen, het woord, de betekenis, het verband en het gebruik daarvan. sarva: sakhtyo vidyante yashmin s sarvshaktimanishvar: I De Paramatma wordt Sarvasaktiman genoemd omdat Hij in de verrichting van Zijn daden niet de mioste hulp van |
iemand anders begeert en aIleen op eigen kracht al Zijn werken voltooit. (niri prapane) Uit deze wortel is bet woord nyaya afgeleid. parmanyerathparikshad nyaya: I Dit is een passage uit het commentaar van vatasyayana op de Nyaya Sutra’s (1.1.1). pakshpaatrahityeceyran nyaye: I Wat door een onderzoek met kennismiddelen zoals perceptie door de zintuigen als waarheid wordt vastgesteld, en welke onpartijdige methode recbtvaardig is, dat wordt nyaya genoemd, nyaye kartu shilmsye s nyayekarishyer:, in wiens aard bet ligt om nyaya te verrichten, dat wil zeggen onpartijdig recht te doen: daarom wordt God Nyayakari genoemd. |
(daya danagatiraksanahinsadanesu) Uit deze wortel is bet woord daya afgeleid. deyte ddati janati ghchayti rakshti hinisht yeya sa dya, barhi dya vidhyte reshya s dyalu: parmeshwar: Goda naam is Dayaalu, omdat Hij de gever is van onbevreesdheid, de kenner is van aIle kennis, waameid en niet-waarheid, de bescbermer is van aIle goede mensen en op passende wijze de slecbte mensen bestraft. |
dyevobarhyo dhybhamit sa divta dit va, sev tedev va dedvtem, n vidhyte devett driytereshyerbhayo rashimastdadetem I met andere woorden, sjatiravijatiyesvgatbhedsunye brahma, Hij is vrij van dualiteit of verbondenheid met twee beginselen, dat wil zeggen dvita, dvita of dvaita. De ene mens is gelijksoortig aan de andere mens. Maar hij is ongelijksoortig met bomen, stenen enzovoort die van een andere soort zijn dan de mens. God is gebeel anders en uniek in zijn soort, zoals de ledematen (de ogen, de neus, de oren enzovoort) van iemand zelf zijn en totaal van elkaar verschillen. God is ongelijksoortig, de unieke Paramesvara is in zichzelf vrij van andere elementen. Hierom wordt de Paramatma ook genoemd Advaita. |
(guna amamtrane) Uit deze wortel is het woord guna afgeleid. gudyante ye te guda ya yegadyanti te guda:, yoh gudebheyo nirgat: s nirgud iswar: I Hij is vrij van alle eigenschappen van de levenloze materie zoals sattva, rajas, tamas, vorm, smaak, aanraking, reuk enzovoort en van alle eigenschappen van de ziel zoals onwetendheid, geringe kennis, passie, haat en andere kwalen van onwetendheid. Hiervoor bestaat in de Upanisad’s (Kath, 3.15) het bewijs: aeshabdamsparshmarupamamyeyam, enzovoort. Omdat Hij vrij is van de eigenschappen ‘geluid’, ‘aanraking’, ‘vorm’ enzovoort, wordt de Paramatma ook genoemd Nirguna. |
yoh gude: seh vartetye s sgud: | Saguna is de naam van God, omdat Hij de eigenschappen alwetendheid, gelukzaligheid, reinheid, onbeperkte kracht enzovoort bezit Zoals de aarde saguna is op grond van de eigenschappen reuk enzovoort en nirguna op grond van de afwezigheid van de eigenschappen lust enzovoort is God nirguna door de afwezigheid van eigenschappen van de wereld en van de ziel; en saguna op grond van de aanwezigheid van de eigenschappen alwetendheid enzovoort. Dat belekent dat er niet een ding bestaat, dat niet zowel saguna als nirguna is. Zoals levenloze dingen nirguna zijn door de afwezigheid van eigenschappen van het bewustzijn en saguna zijn door de aanwezigheid van |
hun eigen eigenschappen, zo is de ziel nirguna door de afwezigheid van de eigenschappen van het levenloze en saguna door de aanwezigheid van hun eigen eigenschappen zoals begeerte. In het geval van de Paramesvara dient dit ook op precies dezelfde manier begrepen te worden. (yamu uparame) Uit deze wortel, met het toevoegsel antara is het woord antarayami afgeleid. antrentu niyantu sheel reshye soyemantyami l De Paramesvara wordt Antaryami genoemd omdat Hij de gehele bezielde en onbezielde wereld doordringt en alles reguleert. |
(rajr diptau) Uit deze wortel, met het toevoegsel dharma is het woord dharmaraja afgeleid. yoh dharme rajte s dharmraj: I De Paramesvara wordt Dharmaraja genoemd, omdat Hij schittert in de dharma en alleen dharma die vrij is van adharma verlicht. (yamu uparame) Uit deze wortel is het woord yams afgeleid. ye: sarvaan pradino niychti s yem: I God wordt Yama genoemd, omdat Hij de beloning en straf voor de handelingen van alle levende wezens regelt en vrij van alle onrechtvaardigheden is. (bhaja sevayam) Uit deze wortel is het woord biJJIga afgeleid, en bhagavan door toevoeging van het suffix matup. bhag: shakleshrye sevan va vidhyte rseye s bhagwan I Bhagavan is de naam van God, omdat Hij voorzien is van volle glorie en het dienen waard is. |
(mana jnane) Uit deze wortel is het woord manu afgeleid. yoh manyte s manu: I Manu is de naam van God, omdat Hij alwetend is en het geloven waard is, (pri palanapuranayoh) Uit deze wortel is het woord Purusa afgeleid. ye: syevaptye chanchar jgat pardati palyati puryati va s purush: I God wordt purusa genoemd, daar Hij het heelal geheel vult en ondersteunt. (dubhrn dharanaposanayoh) Uit deze wortel is het woord visvambhara afgeleid, met visva als voorvoegsel. yoh vishv bhibharti dherti pushaditi va s vishmbharo jagdishwar: I God wordt Visvambhara genoemd, omdat Hij het heelal steunt en onderhoudt. (kala sarikhyane) Uit deze wortel is het woord kala afgeleid. kalyati shyenkhayti sarvaaan pardhytan s kaal: I God wordt Kala genoemd, omdat Hij alle dingen en zielen van de wereld telt. |
(sislr viseane) Uit deze wortel is het woord sesa afgeleid. ye: shishyte s sehs: I De Paramatma wordt sesa genoemd, omdat Hij vrij blijft van ontstaan en ondergang. (apir vyaptau) Uit deze wortel is het woord apta afgeleid. yeh: sarvan dharmatman aapnoti va sarvedharmatmabhiraptye celadirhit: s aapt: | De Paramesvara wordt Apta genoemd omdat Hij, als leraar van de waarheid en voorzien van alle kennis, aile rechtvaardigen bereikt en, waardig om door de rechtvaardigen bereikt te worden, vrij van enig bedrog is. (dukri karane) Uit deze wortel, met sam als voorvoegsel, is het woord sarikara afgeleid. yeh she kalyad sukh karoti s shankar: I Sankara is naam van God, omdat Hij welzijn, dat wil zeggen geluk, veroorzaakt. |
(mahat) Uit deze wortel, met mahat als voorvoegsel, is het woord mahadeva afgeleid. yoh mahta dev: s mahadev: I De Paramatma wordt Mahadeva genoemd, omdat Hij de deva onder de deva’s is, dat wil zeggen de geleerdste van de geleerden en de verlichter [23] van elementen als de zon. (prin tarpane kantau ca) Uit deze wortel is het woord priya afgeleid. ye: pirdati parnyte va s priye: I Priya is de naam van God, omdat Hij alle rechtvaardigen, zoekers naar verlossing en wijzen tevreden stelt en omdat Hij voor iedereen verlangenswaardig is. (bhu sattayam) Uit deze wortel, met het voorvoegsel svayam, is het woord svayambhu afgeleid. ye: syam bhavti s syammbhurisvar: I Svayambhu is de naam van God, omdat Hij door zichzelf bestaat en nooit uit iemand voortgekomen is. (ku Sabde) Uit deze wortel is het woord kavi afgeleid. yeh: kooti sahbdyati sarva vidha: s kavirisvar: I |
Kavi is de naam van God, omdat Hij de kenner van aIle wetenschappen is en die middeIs de Veda’s ook openbaart. (siyu kalyane) Vit deze wortel is het woord siva afgeleid. bahulmetnenidarshnam (Mahabhasya 3.3.1), hieruit zou de wortel Siyu zijn afgeleid. God is Siva, omdat Hij de verpersoonlijking is van geluk en geluk schenkt aan anderen. |
Hierboven hebben wij honderd namen van God beschreven. Naast deze namen heeft God nog ontelbare andere namen. Immers, zoals de Paramesvara oneindig veel kwaliteiten, functies en naturen heeft, heeft Hij ook oneindig veel namen. Hiervan is er voor elke kwaliteit, functie en natuur een afronderlijke naam. De door mij beschreven namen zijn als druppels in de oceaan, omdat in de Veda’s en andere geschriften ontelbare kwaliteiten, functies en naturen van de Paramatma uiteengezet zijn. Dat is te begrijpen door de studie van die geschriften. En er is ook een volledige kennis van andere onderwerpen voor hen die de Veda’s en andere geschriften lezen. |
Vraag: Andere schrijvers gebruiken zegenwensen (mangalacarana) in het begin, het midden of het einde van hun werken. Heeft U niets in die zin geschreven of gedaan? Antwoord: Dit wordt door ons niet juist geacht. Indien de zegen beperkt is tot het begin of het einde, blijft aIles wat daartussen ligt zonder zegen. manglacharan shiristacharat faldarshnaat ritutescheti | Sankhya De bedoeling hiervan is dat er sprake is van zegen (mangalacarana) wanneer men op de juiste wijze, overal en altijd die rechtvaardigheid betracht die onpartijdig, waarachtig, door de Veda’s geproclameerd en door God bevolen is. Mangalacarana bestaat er aIleen in dat men vanaf het begin tot het einde van het boek de waarheid betracht, niet dat men op de ene plaats een zegen en op |
een andere plaats hetgeen zonder zegen is, schrijft. kijk naar de geschriften van de edele, eminente zieners: yaynanvadyani karmani tani sevitveyani no eitradi I Taittiriya Upanishad ‘O mijn nakomelingen, gij zult alleen die dingen doen, die niet laakbaar zijn, dat wil zeggen rechtvaardige en geen onrechtvaardige’. In moderne boeken of bij moderne commentatoren zijn regels te zien zoals shrigadshye nam: seetaraamabhya nam:, radha-krishnabhya nma: shriguruchrdaravinadabhyo nma:, hanumte nam:, durgye nam:, btukye nam:, bhervaye nam:, shivaye nam:, saravatye nam:, naryanya nam: I |
‘Buig voor Ganesa, buig voor Sita en rama, buig voor radha en Krishna, buig voor de lotusvoet van de meester, buig voor Hanuman, buig voor Durga, buig voor Vatuka, buig voor Bhairava, buig voor Siva, buig voor Sarasvati, buig voor Narayana”, Verstandige mensen beschouwen ze als zinloos omdat ze in strijd zijn met de Veda’s en de geschriften. Omdat zo’n zegenwens nergens in de Veda’s en de boeken van de zieners te zien is, De wijzen beginnen hun werken alleen met de woorden AUM, of atha, bijvoorbeeld: |
ath shabdanushanam | athetye sahbdodhikaarath: parujyteI VyakaranaMahabhasya 1. 1. 1 athto dhramjigyasha | athyetyanantre, vedadhynantram | I Purva Mimasa 1.1.1 athato dharm yehkhashyam: I atheti dhramkthanantr dhramlakshan vishesad veyakhsham: I Vaisesika 1.1.1 ath yoganusaasnam I athetyyamdhikarth: | Yoga Sastra 1. 1 ath trividdhukatyenantnivirttrityentpurushart: I : shansrikvishyebhoganantar trividhadhukhatyentnivartyte: paryten kartye: | Sankhya Sastra 1.1 athato brahmajigyasa | chthushtyesadyansamptyenyaantar brahma jigyashyam | VeDanta Sitra 1. 1. 1 omityetdkhchermudgithmupaseet I Chandogya Upanisad 1. 1. 1 omitytedkchermid sarv tsyopvakyanam I Mandukya Upanisad |
Op precies dezelfde wijze zijn in de boeken van andere zieners en wijzen de woorden AUM en atha geschreven. In werkelijkheid zijn in het begin van de vier Veda’s de woorden agni, ishe, agne, yeh trishpta: pariyanti (ye trisptah pariyanti) geschreven. Woorden zoals sriganesaya namah komen nergens voot. Indien in de Veda’s bedreven Brahmanen aan het begin van de Veda’s harih Aum schrijven en reciteren, dan hebben zij dat geleerd van het onjuisle idee van degenen die bedreven zijn in Puranas’s en de Tantra’s. In de boeken van de zieners en wijzen is alleen de lezing omkara (=onkara) te zien, nergens staat het woord hari aan het begin. Hierom dient alleen het woord AUM of atha aan het begin van een hoek geschreven Ie worden. |
Dit is dan in het kort geschreven over de namen van God. In het volgend hoofdstuk zal het onderwerp ‘Opvoeding’ behandeld worden. Dit is het einde van het eerste hoofdstuk in het hoek Satyarthaprakasa van de heer Swami Dayananda Saraswati in mooie taal geschreven over ‘De Namen van God’ |